Interview met Esmeralda & Monique
Dit jaar kun je op InScience meedoen aan het Groot Nationaal Pijnonderzoek! Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Dr. Esmeralda Blaney Davidson, wetenschappelijk onderzoeker, en Dr. Monique Steegers, anesthesioloog pijnspecialist. Het Groot Nationaal Pijnonderzoek klinkt bijzonder, maar wat gaat het duo nou precies doen? En wat is pijn eigenlijk? Wij vroegen het ze.
Pijn
Hoi Esmeralda en Monique. Iedereen kent pijn, maar wat is pijn nou eigenlijk precies?
M: ‘’Pijn is een heel vervelend gevoel, voor iedereen. Het is een waarschuwingsfunctie, vooral voor acute pijn. Als je bijvoorbeeld je hand op een hete pan legt, dan trek je die hand meteen terug. De pijn waarschuwt je dan, om te voorkomen dat je je hand op de pan houdt en dan verbrandt. Je hebt pijn nodig om te overleven. Er zijn zelfs ziektebeelden van mensen die geboren worden zonder pijngevoel. Die overleven dat over het algemeen niet zo heel lang. Zij kunnen bijvoorbeeld een blinde darmontsteking niet voelen. En dat is extreem gevaarlijk. Deze mensen ontdekken pas dat er iets mis is als het heel ernstig is en dan kan het vaak al te laat zijn. Dat kan fataal uitpakken. Pijn is dus noodzakelijk voor het overleven.’’
Hoe werkt pijn en waarom is het verschillend per persoon?
E: ‘’Dat zijn twee verschillende dingen. Hoe werkt pijn? En hoe is pijn verschillend voor iedereen? Ten eerste: hoe werkt pijn? Als je met een naald in je vinger prikt, gaat er een signaal, via je zenuwbaan en je ruggenmerg naar je hersenen toe. Pas als het signaal bij je hersenen aankomt, voel je pijn. Maar er zijn nog allerlei andere mechanismen die erbij komen kijken. Juist omdat pijn pas in je brein ontstaat, is pijn ook voor iedereen anders. Het verschil in pijnervaring is afhankelijk van allerlei factoren, waar we eindeloos over kunnen praten. Een voorbeeld van deze factoren is de omgeving. Zo is recent onderzocht dat het hebben van een groot sociaal netwerk al invloed kan hebben op de pijnervaring. Een ander voorbeeld is de invloed van kleur. Dat hebben we onder andere tijdens een uitzending van De Kennis van Nu gedemonstreerd, waar we een proef deden met de presentatrice, Elisabeth van Nimwegen. De kleur van de kamer bleek van invloed op haar pijngevoeligheid.’’
M: ‘’Maar ook het geheugen is van invloed. Als je één keer iets meegemaakt hebt wat heel heftig was en waar je bijna aan overleed, dan zal je zo’n soort prikkel meteen associëren met heel veel pijn. Een bekende pijnonderzoeker heeft dit aan den lijve ondervonden. Hij liep een keer door het bos en voelde een takje tegen zijn been. Hij reageerde daar amper op, maar later bleek dat hij gebeten werd door een slang, hetgeen hem bijna fataal werd. Jaren later liep hij opnieuw door datzelfde bos en voelde een helse pijn. Hij dacht dat hij weer door een slang werd gebeten, maar dit keer bleek het een echt takje te zijn. Dus er bestaat ook zoiets als een pijngeheugen om je te beschermen, wat verschillend kan werken per persoon, per situatie, per tijdstip.”
Tegen pijn worden vaak pijnstillers gebruikt. Hoe werken pijnstillers eigenlijk?
M: ‘’In het pijnmechanisme waarbij elektrische pulsen naar je hersenen toe gaan, bestaan verschillende niveaus waarop we met pijnstillers kunnen ingrijpen. Pijnstillers remmen dan de pulsen af. Als je een verdovingsvloeistof inspuit, komen er dan ook minder pulsen aan in de hersenen, waardoor je de pijn niet meer ervaart. Een van de bekendste pijnstillers is paracetamol. We weten dat die ontstekingsremmend en pijnstillend werkt. En we weten ook welke stoffen er afgeremd worden, maar helemaal precies weten hoe paracetamol ingrijpt op het pijnmechanisme doen we niet.”
E: ‘’Dat laatste geldt eigenlijk voor heel veel medicijnen. Er bestaan vrij veel medicijnen waarvan we wel weten dat het werkt, maar niet precies hoe en waarom. Omdat het duidelijk is dat het werkt en het niet veel bijeffecten heeft, kunnen we het toch gewoon gebruiken.’’
Groot nationaal onderzoek
Wat onderzoeken jullie precies in het Groot Nationaal Onderzoek?
E: ‘’In het Groot Nationaal Onderzoek doen we onderzoek naar de pijngevoeligheid van de Nederlander. We willen achterhalen waarom de ene persoon wel van acute naar chronische pijn gaat en de andere persoon niet. Door heel veel factoren, zoals sporten, roken, geslacht, leeftijd, te bevragen, proberen we te achterhalen waarom de ene persoon pijngevoeliger is dan de andere en of er een relatie is met chronische pijn.”
M: ‘’Chronische pijn is over het algemeen een pijn die meer dan drie tot zes maanden bestaat. Bij chronische pijn is het lastig om te bepalen waar de bron van de pijn zit. Als je een hand op een hete pan legt, weet je waar de pijn vandaan komt. Maar er zijn veel mensen met rugpijn of mensen die geopereerd zijn en al langer dan drie maanden pijnklachten hebben. De waarschuwingsfunctie van die pijn is dan verloren gegaan. De patiënt blijft een signaal krijgen dat er iets mis is, terwijl de oorzaak niet meer te achterhalen is.”
E: ‘Denk hierbij bijvoorbeeld aan patiënten met Reumatoïde artritis, die zo veel pijn hebben aan hun knie dat die uiteindelijk vervangen wordt. De pijn is dan één van de grootste aanleidingen om uiteindelijk over te gaan tot een knieprothese. Achteraf blijkt dat slechts een deel van de patiënten daarna geen pijn meer heeft. Een groot deel van die patiënten houdt ondanks het weghalen van de oorzaak, nog steeds pijn. We weten in dat soort gevallen niet waar die pijn dan vandaan komt, waar die door gemaakt wordt en hoe het precies werkt.’’
M: ‘’We hopen dus een verband te vinden tussen de pijngevoeligheid, hoe deze te beïnvloeden is en waar die verschillen zitten. Waarom de ene patiënt na die knieprothese geen pijn meer heeft, maar die andere patiënt wel. Heeft dat te maken met de pijngevoeligheid? Heeft dat te maken met een mechanisme van pijn binnen die persoon?’’
Hoe gaan jullie dit onderzoek op InScience doen?
E: ‘’Op InScience gaan we een combinatie maken van Groot Nationaal Onderzoek en fysieke pijnmetingen. Dat hebben we op een aantal andere festivals ook gedaan, maar op InScience gaan we het een beetje anders aanpakken. Hoe we het precies gaan aanpakken, vertellen we nog even niet omdat we dan de deelnemers en daarmee ons onderzoek beïnvloeden. Maar we willen heel graag weten welke factoren de pijndrempels en pijngevoeligheid kunnen beïnvloeden.’’